Beleidsplan 2019-2023 Beleidsplan 2019-2023
 
Beleidsplan 2019-2023
van de
Algemene kerkenraad van de hervormde gemeente te Bennekom

1. Inleiding en procedure
De kerkorde (Ord. 4, art. 8, lid 5 in verbinding met art. 9, lid 1) schrijft voor dat de algemene kerkenraad (AK) een beleidsplan moet hebben. Het beleidsplan beschrijft het lokaal kerkelijk beleid. Door het beleidsplan is voor iedereen duidelijk waar de gemeente voor staat, wat er de komende vier jaar staat te gebeuren en hoe de gemeente dat wil bereiken.
Binnen de hervormde gemeente Bennekom maken naast de AK ook de wijkkerkenraden, de colleges van kerkrentmeesters en diakenen een beleidsplan. Het beleidsplan van de AK betreft met name die onderwerpen waar de AK (eind)verantwoordelijk voor is, zoals de financiën, de kerkgebouwen en de predikantsplaatsen. 

Ingevolge de beslissing van de kerkenraad van wijkgemeente 3, in haar vergadering van 30 mei, om de verantwoordelijkheid voor de wijkgemeente terug te leggen bij de algemene kerkenraad, heeft de algemene kerkenraad in de vergadering van 3 december 2018 besloten dat wijkgemeente 3 met ingang van 4 maart 2019 zal ophouden te bestaan.
N.a.v. dit besluit wordt het beleidsplan 2018 – 2022 herzien en aangepast. In lijn met het eerdere beleidsplan 2018 – 2022 zal het beleidsplan 2019-2013 beknopt zijn, mede omdat onze gemeente als onderdeel van de PGB in wording in een groeiproces zit. Tegen die achtergrond zou het nieuwe beleidsplan vooral een actualisering moeten zijn van het tot en met 4 maart 2019 geldende beleidsplan. Het vervolg van de procedure is als volgt:
  1. Het concept beleidsplan met bijbehorend werkplan 2019 dient te worden besproken en – na eventuele wijziging – voorlopig te worden vastgesteld door de AK. 
  2. Het voorlopig vastgestelde beleidsplan met het werkplan 2019 dient vervolgens in de gemeente bekend te worden gemaakt, en daarbij moeten gemeenteleden in de gelegenheid worden gesteld hun mening over het plan te geven.
  3. Met inachtneming van die inbreng vanuit de gemeente stelt de AK vervolgens het beleidsplan vast.

2. Inhoud
In het vervolg van dit beleidsplan wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
  • Omvang, opbouw en groei van de gemeente (par. 3)
  • Samenwerking in de federatie met de Gereformeerde Kerk (par. 4)
  • Predikantsplaatsen (par. 5)
  • Kerkgebouwen (par. 6)
  • Vrijwilligersbeleid (par. 7)

3. Omvang, opbouw en groei van de gemeente
De hervormde gemeente Bennekom bestaat uit twee wijkgemeenten. Kernachtig samengevat heeft wijkgemeente West een gereformeerde bondssignatuur, wijkgemeente Oost een open confessionele signatuur. De twee wijkgemeenten zijn primair geografische wijken, en omvatten elk een deel van het gebied van de gemeente Bennekom. Leden van de hervormde gemeente worden daardoor in beginsel ingeschreven in de wijkgemeente waaronder hun adres valt. Op verzoek kunnen leden zich laten overschrijven naar een andere wijkgemeente. De uiteindelijke omvang van de wijkgemeenten wordt daardoor zowel bepaald door het geografische gebied als door de signatuur van de wijken.

De getalsmatige opbouw van de hervormde gemeenten ziet er als volgt uit.
 
Ledental per 1 januari 2008 2012 2017
Totaal 3192 3026 2495
 
Indeling leden per 1 januari 2017 Totaal
Belijdend 1111
Doop 1061
Overig   323
Totaal 2495
 
Leeftijdsopbouw per 1 januari 2017 Totaal
  0 – 20 431
20 – 40 373
40 – 60 675
60 – 80 827
     ˃ 80 189

Uit de cijfers blijkt dat het ledental in de afgelopen vijf jaren fors is teruggelopen. Daarnaast is zichtbaar dat de leeftijdsopbouw – overigens evenals in 2012 – uit balans is. 

4. Samenwerking in de federatie met de Gereformeerde Kerk
Met ingang van 15 mei 2016 is onze gemeente een federatie met de Bennekomse Gereformeerde Kerk aangegaan. Aan die stap is een lange voorbereiding voorafgegaan; met als mijlpaal de in 2013 getekende intentieverklaring. Het bereiken van de federatie was dan ook geen doel op zich, maar een – belangrijke – stap in de voortdurende groei in samenwerking van de twee gemeenten. 
De federatieovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd, en wel tot de datum van vereniging van de twee gemeenten, dan wel tot 1 juni 2022 (met mogelijkheid van verlenging). 

5. Predikantsplaatsen
Elk van de twee wijkgemeenten beschikt momenteel over een eigen predikantsplaats. De omvang van die predikantsplaatsen verschilt echter: wijkgemeente West heeft een voltijds plaats terwijl wijkgemeenten Oost ook een voltijdsplaats heeft maar als een deeltijdsplaats heeft ingevuld (0,8 fte). Bij de volgende beroeping van een predikant zal de AK steeds een besluit moet nemen over de omvang van de fte-formatie. Gegeven het aantal leden en de financiële situatie van de hervormde gemeente Bennekom per 1 januari 2017 is er volgens de landelijke normen ruimte voor circa 2,1 predikantsplaatsen. 
De afgelopen jaren is vastgehouden aan het uitgangspunt van een predikantsplaats per wijkgemeente, waarbij de predikantsplaatsen bovendien redelijkerwijs van gelijke omvang zijn. Dit onderstreept de gelijkwaardigheid van - en solidariteit tussen de twee wijkgemeenten. 

6. Kerkgebouwen
De hervormde gemeente Bennekom heeft momenteel de beschikking over twee kerkgebouwen: de Oude of St. Alexanderkerk en de Ichthuskerk. Aan de Oude Kerk is zalencentrum ’t Kerkheem verbonden.
Gezien de meerjarenbegroting is het op termijn financieel niet haalbaar om twee kerkgebouwen in beheer te hebben. Pogingen om de Ichthuskerk te verkopen zijn in het najaar van 2016 gestaakt. Daarbij is besloten verkoop van de Ichthuskerk de eerste vijf tot zeven jaar niet meer ter discussie te stellen, tenzij een speciale reden daarom vraagt. Gezien die situatie geldt voor deze beleidsperiode als uitgangspunt dat de twee kerkgebouwen behouden blijven. 
Voorlopig behoud van de twee kerkgebouwen is bovendien nodig omdat voor de ochtenddiensten twee grote kerkruimten beschikbaar moeten zijn. Mocht de Ichthuskerk vanwege een bijzondere reden verkocht kunnen worden, dan brengt dat mee dat ’t Kerkheem grondig verbouwd en uitgebreid moet worden om als volwaardige kerkruimte te kunnen dienen. 
Ongeacht het behoud van de Ichthuskerk is een modernisering van ’t Kerkheem noodzakelijk. Dat betreft enerzijds aanpassing van de zalen om die geschikt te houden voor verhuur, en anderzijds een verbetering van de aulafunctie (goede uitgang richting de begraafplaats). Die modernisering kan redelijkerwijs niet worden uitgesteld, en dient dus in deze beleidsperiode plaats te vinden.

7. Vrijwilligersbeleid
Een groot en belangrijk deel van de werkzaamheden binnen de kerkelijke gemeente wordt verzorgd door vrijwilligers. Zonder vrijwilligers kan de gemeente niet functioneren. 
De tendens is dat het steeds moeilijker is vrijwilligers te vinden, waardoor er een tekort aan vrijwilligers kan ontstaan. In de praktijk wordt dit pragmatisch opgelost, doordat de werkzaamheden bijvoorbeeld anders worden georganiseerd of doordat de resterende vrijwilligers méér werk verrichten. Vooral dat laatste is op langere termijn onwenselijk, omdat de hogere werkdruk eventuele nieuwe vrijwilligers kan afschrikken. 
Gezien het uitgangspunt dat de gemeente niet de financiële middelen heeft om de werkzaamheden uit te besteden – en veel werkzaamheden daar naar hun aard ook niet geschikt voor zijn – is het noodzakelijk het vrijwilligerswerk aantrekkelijk te houden. Daarbij kiest de AK principieel niet voor de invoering van een vrijwilligersbeloning; gemaakte onkosten kunnen gedeclareerd worden, maar een vrijwilligersbeloning past niet bij de kerk. 
Er zullen daarom alternatieve manieren gevonden moeten worden om de drempel voor vrijwilligerswerk te verlagen. Daarbij kan gedacht worden aan:
  • verdere samenwerking tussen de verschillende wijkgemeenten, en binnen de federatie
  • het verlichten van de werkdruk door werkzaamheden ‘op te knippen’ in kortere/kleinere werkzaamheden
  • een efficiëntere organisatie van de werkzaamheden.

8. Evaluatie
De AK stelt telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan op, na daarover overleg te hebben gepleegd met de colleges van kerkrentmeesters en diakenen. Na voorlopige vaststelling krijgen de gemeenteleden gelegenheid om hun reacties te geven, waarna het plan wordt vastgesteld. Jaarlijks wordt tijdens de laatste vergadering van het jaar de voortgang van de realisatie van het beleidsplan besproken en worden de beleidsvoornemens geëvalueerd en zo nodig herijkt. Hierbij wordt tevens in een werkplan vastgelegd, welke onderdelen van het beleidsplan in het komende jaar zullen worden opgepakt.


Aldus te Bennekom vastgesteld in de vergadering van de algemene kerkenraad van 18 maart 2019.


D.E. van Bodegraven                                                             G. Tabor 
preses algemene kerkenraad                                                scriba algemene kerkenraad
terug